Oost-Finsterwolde was in de middeleeuwen een nederzetting en kerspel in het Wold-Oldambt, in het bisdom Munster. De plaats wordt genoemd in een tweetal gelijkduidende verdragen met de jaartallen 1391 en 1420. In Oost-Finsterwolde heeft een kruiskerk gewijd aan St.-Nicolaas gestaan. In 1435 was de plaats door de veenontginningen al geheel verplaatst naar het zuidelijker gelegen Veenhuizen. In een kerspellijst van het bisdom Munster wordt de plaats Astwinserwalda genoemd, mogelijk de oudste benaming. De verplaatsing en het verdwijnen van de nederzetting werd altijd toegeschreven aan de doorbraken van de Dollard, maar het Dollardwater bereikte op een veel later tijdstip (na 1509) dit gebied.

Klik op de afbeelding voor een groter formaat.

Uiteindelijk is het gebied wel bezweken aan de Dollard.

De fundamenten van de St. Nicolaaskerk werden in 1826 gevonden (1) ten zuiden van Ganzedijk in een kerkheuvel.. De fundamenten werden geruimd in 1844 en het puin gebruikt. 

De lange opstrekkende kerkkavel van Oost-Finsterwolde was enige eeuwen lang in eigendom geweest van de NH-kerk te Finsterwolde en de begraafplaats werd mogelijk na de middeleeuwen nog gebruikt om slachtoffers van besmettelijke ziekten toch in gewijde aarde te begraven (2). De kerkkavel werd in 1821 verkocht aan D.J. Mulder om met de opbrengsten de nieuwe kerktoren te financieren. De vergraven kerkheuvel staat plaatselijk nog bekend als hoge wind.

(Bron: wikipedia)

(1) Finserwolde zal ook veel geleden hebben van de inbraak der Dollardwateren; buiten het dorp ten noordoosten nabij den Ganzendijk is eenen kerkenplaats, waar de grondslagen van een kerk en vele lijken met zerken doodkisten gevonden zijn, zoodat hier misschien ook eene vroegere kerk dier plaats gestaan heeft. 

"In den loop van dit jaar (1826) ontdekte men in de nabijheid van den Ganzendijk, onder Finsterwold, achter de boerenplaats van den heer D.J. Mulder, in eenen heuvel, sporen van eenen gemetselde muur, welke bij het verder opdelven en weggraven der aarde, eene buitengewone hoeveelheid steenen opleverde,van welke sommige 6 tot 8 Ned. ponden wogen. De muren hadden de dikte van vier voeten en waren heel diep uit den grond opgetrokken; het fondament vormde een kruis, en ieder van dezen bevatte de ruimte van p.m. 25 voeten vierkant. In deze ruimte vond men vele menschenbeenderen en geraamten, waarvan twee in zware toegemetselde zerken doodkisten gelegen, mede werden uitgegraven. Eene groote massa puin uit dezen heuvel is nog verkocht, en mede gebruikt tot den in 1844 aangelegden grindweg te Nieuw-Beerta. Sommigen vermoeden, dat het eene kapel zal geweest zijn; hiertoe echter schijnt de omtrek wat te groot; welligt is het de Sint Nikolaaskerk van Oostfinsterwold geweest, hetwelk volgens de kaarten en oostelijke rigting vrijwel overeenkomt.”

(Bron: G.A. Stratingh en G.A. Venema. De Dollard )

(2) Er is ook nog een verhaal van eene hoog bejaarde vrouw voor een 25tal jaren te Finsterwolde overleden (omstreeks 1800), dat in die gemeente een eene besmettelijke ziekte moet geheerscht hebben, waarin velen gestorven zijn, en dat de kerkvoogden, deze niet gaarne op het kerkhof binnen het dorp willende begraven hebben, genoemde plaats daartoe hadden aangewezen.

(Bron: G.A. Stratingh en G.A. Venema. De Dollard )