Het ontdekken van grenzen en

tegenstellingen in het landschap

Een tocht van 17 km
 Bron: Eindopdracht excursie Finsterwolde door John Boerland, Gretus Nanninga, Harm Evert Waalkens en Hendrik van der Ham.
 
 
 


Gebiedsbeschrijving  

Het huidige Oldambt, ook wel de Graanrepubliek genoemd, kent een rijke historie van boeren, vissers en polderjongens.
Na de ijstijden waarin de ondergrond van het gebied gevormd werd, kwamen de belangrijkste veranderingen in de geologische periode waarin wij nu leven. Het Oldambt was vroeger vrijwel geheel met veen bedekt.
Een stelsel van veenriviertjes - zoals de Tjamme – regelde de afwatering van het veen. Vanaf de hoog gelegen oeverwallen en de hoger gelegen zandgronden van Westerwolde werd het veengebied ontgonnen. Bodemdaling was het gevolg, die in de 14de en 15de eeuw leidde tot inbraken van de zee. Hierbij ontstonden twee grote baaien: de westelijke Dollardboezem (het oude Oldambt) en de oostelijke (het Reiderland), gescheiden door het schiereiland van Winschoten.
In het begin van de 16de  eeuw bereikte de Dollard zijn grootste omvang. Een groot aantal nederzettingen, werden verlaten en verdwenen in de golven. Mensen verplaatsten hun dorpen naar de hoger gelegen zandruggen. Hierdoor ontstonden de dorpenreeksen Scheemda-Midwolda-Oostwold-Finsterwolde en Meeden-Westerlee-Heiligerlee-Winschoten-Beerta
.
Vanaf het eind van de 16-de  eeuw nam de mens met succes de bedijking van de hoog opgeslibde kwelders ter hand. Bij de oudste inpolderingen speelden de kloosters, die in het gebied gevestigd waren of er bezittingen hadden, een actieve rol. Er hebben onder anderen kloosters gestaan in Oosterreide, tussen Oostwold en Finsterwolde (het klooster “Goldhoorn”), en bij Ganzedijk (het klooster Palmar of Porta Major). Ook deze kloosters zijn bij overstromingen verloren gegaan.
Deze inpolderingen hebben het landschap vorm gegeven door de zichtbare ringen van dijken. Door het recht van opstrek hadden de percelen van de boeren veelal een duidelijk patroon van lange opstrekkende heerden, die zich voortzetten van de ene naar de andere achterliggende polder.
 
Kaarsrecht door het landschap lopen de daarbij behorende ontwatering kanalen en ontsluitingswegen.
Het Oldambt ontwikkelde zich rond 1900 tot een van de meest vooruitstrevende akkerbouwgebieden van Europa. Dit leidde tot scherpe contrasten tussen de rijke boeren en de arme landarbeiders, die door de mechanisatie steeds meer banen zagen verdwijnen. Oost-Groningen werd een communistisch bolwerk.
De schaalvergroting in de landbouw en de Europese landbouwpolitiek drukten in de 20ste eeuw hun stempel op het gebied. Vooral de ruilverkavelingen uit de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw hebben het landschap danig veranderd. Ze zijn echter ook een gevolg van de tijdgeest: na de Tweede Wereldoorlog stond vergroting van de voedselproductie voorop in het Nederlandse landbouwbeleid, terwijl ook het beleid in de Europese Unie onder de impulsen van Sicco Mansholt lange tijd gericht was op optimalisering en productievergroting.
 De specialisatie in de akkerbouw had ook gevolgen voor de traditionele boerderijbouw: de akkerbouw vraagt een ander type boerderij dan de melkveehouderij. De Oldambtster boerderij verschilt dan ook nogal van de overige traditionele boerderijen in Groningen. In de 19de eeuw werden verschillende boerderijen met een dwarshuis gebouwd en tenslotte zien we de ontwikkeling tot losstaande, villa-achtige woonhuizen. Net als bij buitenplaatsen zijn fraaie tuinen aangelegd, die de welstand van de eigenaren duidelijk tot uitdrukking moesten brengen.


Landschapskaart
 

Verticale samenhang

Het gebied van de Tjamme, ten zuiden van Finsterwolde, is een veenlandschap. Het is een natuurgebied, dat beheerd wordt door Staatsbosbeheer. Het gebied ten noorden van Finsterwolde is poldergebied, ontstaan door inpoldering van de Dollard. Dit poldergebied kenmerkt zich door een bodem van vruchtbare zeeklei. Er is dan ook veel agrarische bedrijvigheid van voornamelijk graanteelt. Maar veeteeltbedrijven in diverse vormen zijn meer en meer te vinden. Het land is vlak en uitgestrekt.
 

Horizontale samenhang

Karakteristiek voor dit landschap is de bewoning in lintbebouwing langs een centrale weg. Vanaf die lintbebouwing strekten de percelen het land in. Ruilverkaveling heeft het landschap groot en uitgestrekt gemaakt met enkele ruilverkavelingwegen. De opeenvolgende inpolderingen laten dijken en dijkrestanten in het landschap zien. 

Seizoenssamenhang

De seizoenen laten grote verschillen in het landschap zien, voornamelijk door het agrarisch gebruik van de uitgestrekte polders. In de winter is het landschap voornamelijk zwart. In de lente wordt alles groen om vrij snel een rijk palet aan kleuren te tonen: de karakteristieke gele koolzaadvelden, de goudgele graanvelden en de frisgroene weiden van de veeteeltbedrijven. De slingertuinen van de grote Oldambster boerderijen tonen in de lente en zomer een veelkleurig spektakel van bloeiende bomen en struiken.

Historische samenhang

De overstromingen door de Dollard in de late Middeleeuwen zijn deels te wijten aan de veenontginning van de toenmalige bevolking. De hoge zandruggen zijn niet overstroomd. Langs de hoge zandruggen langs de dijken ontstonden de typerende lint- en dijkdorpen. Op het overstroomde land heeft zich klei afgezet. Dit land is na achtereenvolgende inpolderingen weer in gebruik genomen als vruchtbare landbouwgrond. De welvaart steeg enorm. Dit is onder meer te zien aan grote villa- en kasteelachtige boerderijen met uitgebreide en sierlijke tuinen. De welvaart werd niet gedeeld. Er was sprake van grote tegenstellingen tussen rijke boeren en arme landarbeiders. De laatste organiseerden zich als communisten en hebben geruime tijd de politiek van dit gebied bepaald.

Toelichting

Terrein en bereikbaarheid:

Deze fietstocht leidt u door het landschap rond Finsterwolde. Het eertse deel van de tocht is het fietspad door het natuurgebied de Tjamme, een veenlandschap op zogenaamde landruggen. Via een ruilverkavelingsweg voert de route u naar het dorp Finsterwolde. Na het oversteken van de Hoofdweg komt u in het polderlandschap. U fietst door drie polders, waar u meerdere vormen van bedijking kunt zien. tenslotte volgt u de lintbebouwing van de dorpen Hongerige Wolf, Ganzedijk en Finsterwolde zelf met karakteristieke bezienswaardigheden als een sluis, molens, kerken en prachtige Oldambsterboerderijen.

Doelgroep: Mensen die het landschap rond Finsterwolde willen ontdekken en beleven op de fiets.

Doel: Beleven en begrijpen van het landschap rond Finsterwolde. 
 
Thema: Grenzen, tegenstellingen en contrasten rond Finsterwolde.
 
Duur: ca. 2, 5 uur.

Route: Fietsroute van ca. 17 km, waarvan 5 km fietspad, 7 km polderweg en 5 km door dorpslinten.

Brochuretekst  


Grenzen, tegenstellingen en contrasten rond Finsterwolde
 
Finsterwolde ligt midden in het landschap van het Oldambt. Dit landschap wordt gekenmerkt door zijn uitgestrektheid, wijdse vergezichten , rust en stilte.
Het landschap kent geen spectaculaire contrasten als bergen, kliffen, vulkanen, afgronden en watervallen. Maar ook het op het eerste gezicht homogene en rustige landschap van het Oldambt is en wordt mede bepaald door grenzen, tegenstellingen en contrasten. Die kunnen zich voordoen in grondsoorten, bodemgebruik, flora en fauna. Maar er zijn ook cultuur-historische verschillen en tegenstellingen aan te wijzen, die mede Finsterwolde en het landschap hebben bepaald.
Wij nodigen u uit samen met ons op de fiets de rust en uitgestrektheid van dit gebied te beleven. We geven u echter een opdracht mee: let speciaal op de verschillen, tegenstellingen en contrasten die Finsterwolde en het omliggende  landschap mede vorm hebben gegeven.
U observeert, maar u luistert ook. Wij zullen u wijzen op bezienswaardige, interessante en opmerkelijke zaken. En we vertellen er de verhalen bij, die de moeite waard zijn om te horen en verduidelijken waarom iets is, zoals het is.
Deze ontdekkingstocht door dit uitgestrekte landschap zal u niet alleen Finsterwolde en het landschap laten beleven, maar ook leren begrijpen. 

 

Orientatiepunt A: De Hardenberg

 

Beschrijving:
De Hardenberg is een streek tussen Beerta,  Finsterwolde en de Blauwe Stad. Het is ook lange tijd een buurtschap geweest. Tegenwoordig is het een voorzieningencentrum, dat bedoeld is om gezamenlijke voorzieningen van Finsterwolde en Beerta te bevatten.
De naam ‘Hardenberg’ geeft al aan dat het om een hoger gelegen gebied gaat. Het betreft een zogenaamde stuwwal, die in de voorlaatste ijstijd ontstaan is door bewegend landijs en in de laatste ijstijd door landijs is afgevlakt. Deze stuwwal vormt samen met andere stuwwallen het zogenaamde ‘eiland van Winschoten’.  Door de aanwezigheid van deze hoger gelegen stuwwallen is dit land niet overstroomd door de oprukkende Dollard. Tot het eiland van Winschoten behoorde dorpen als Beerta, Finsterwolde en Scheemda. Het zijn geïsoleerde gebieden die enkele meters boven de omgeving uitsteken.  Het zijn eindmorenen van de laatste vergletsjering. De kern van de gebieden bestaat uit keileem.  Deze stuwwallen (drumlins genaamd) zijn van een bijzonder karakter vanwege hun ontstaanswijze (gestuwd door het landijs en daarna afgevlakt doordat het landijs er bij een volgende fase van uitbreiding overheen schoof) en daaruit voortvloeiende, gestroomlijnde vorm. Tussen de stuwwallen zijn dekzandruggen opgewaaid. Door de stijging van de zee is er veen ontstaan, dat in de 17e eeuw is weggegraven (turf). De hoge stuwwallen bleven ook bij overstromingen droog. De bevolking vestigde zich daarom op de stuwwallen en zo ontstond er een wegdorp, de zogenaamde lintbebouwing. De lintbebouwing die langs de wegen langs  de stuwwallen zijn ontstaan  geeft het gebied zijn typische hoofdstructuur, die cultuurhistorisch waardevol wordt geacht. Het eiland van Winschoten wordt nu van 3 kanten ingesloten door de kleipolders van de toenmalige Dollard. Er is een aantal langgerekte ruggen te onderscheiden, waaronder de Hardenberg. Deze ruggen bestaan uit gestuwd potklei en kalkrijk zand, bedekt met kleileem. De grens tussen de Dollardpolders en het oude land is nog goed te herkennen door de weg die over de voormalige dijk loopt. Na het opslibben van de Dollard en de inpolderingen is dit gedeelte van het land lager komen te liggen dan de polders.
Tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw was de Hardenberg een buurtschap met meerdere woningen. De zandhoogte bestond uit kiezelachtige grond, wat mogelijk afkomstig kan zijn van een afgebroken borg of versterking.

 

Oriëntatiepunt B: De Tjamme
 

Beschrijving:

Het huidige bos en natuurgebied “De Tjamme” wordt begrensd door de dorpen Finsterwolde aan de noordkant en Beerta  aan de zuidkant. Het gebied is 200 hectare groot. In het kader van de ruilverkaveling Beerta is het gebied in 1984 gerealiseerd. Voor de aanleg van het bos en natuurgebied was de grond landbouwkundig in gebruik. Het huidige bos en natuurgebied heeft zijn naam te danken aan het voormalig veenstroompje ‘De Tjamme’ . Dit stroompje liep vroeger van west naar oost door de kom van het gebied. Het zuidelijke deel van het natuurgebied is 138 hectare en is als natuurbouwproject ontwikkeld. Het vervuld hoofdzakelijk een natuurfunctie. Het noordelijke gedeelte 60 hectare is grotendeels bebost en geschikt voor natuur, houtteelt en recreatie. In totaliteit is het gebied voor plant, dier en mens aantrekkelijk. Verschillende natuurverschijnselen onder steeds veranderende klimaatomstandigheden zoals ijsvorming, zandverstuiving, veenvorming, en zee inbraken hebben dit landschap ter plaatse gevormd. Het oudste gedeelte “De Hardenberg”is 200.000 jaar geleden door ijsverschuivingen ontstaan. Daarna heeft de wind tijdens drogere perioden weer veel reliëf laten verdwijnen. Toen zo’n 20.000 jaar geleden het klimaat weer vochtiger werd, is er vooral op de slecht doorlatende bodemtypen uit de ijstijd (potklei en kleileem ) veen gevormd. Deze veen vorming is tot zo’n 500 jaar geleden doorgegaan. De  bos en natuurgebied “de Tjamme” was de eerste grote natuurontwikkelingsgebied  van Nederland. In het natuurontwikkelingsgebied is van een deel de bouwvoor afgegraven en op een berg in het natuurgebied gedeponeerd. Nadat Semna van Ooi was benaderd en zij een ontwerp had gemaakt,werd het grond in etages opgebouwd en werd in 1995 de enorme beeld terplekke gemaakt De gebalde vuist op het beeld is gemaakt van messing. De uitkijk laan door het bos met uitzicht op de toren van Finsterwolde is 500 meter lang. De laan is vooraan 15 meter breed en achter nabij de toren van Finsterwolde is de laan 30 meter breed.  Dit geeft een perspectivische vertekening waardoor de toren dichtbij en het beeld ver weg lijkt.


Oriëntatiepunt C: Kerk van Finsterwolde

Beschrijving:

Finsterwolde bestond vroeger uit 2 buurtschappen, West-Winserwalda en Ast-Winserwalda. Door de ligging aan het water was Finsterwolde tot in de 18e-eeuw een klein vissersdorp. Er waren ook twee roomse kerken. In Ast-Winserwalda stond de Sint Nicolaaskerk, gewijd aan de heilige Nicolaas. De Dollard was er toen nog niet. De rivier de Eems in Duitsland stroomde rechtstreeks uit  op de Waddenzee. De beruchte Dollardvloeden deden de landen achter de dijk meerdere keren geheel overstromen. De kerk van Ast-Winserwalda ging uiteindelijk ten onder aan de stormvloeden. De kerk van West-Winserwalda bleef gespaard. Daar stamt de huidige kerk van af. De toren staat los van de kerk, in deze omgeving kom je dat wel meer tegen. Een duidelijke verklaring hiervoor  is niet te vinden. De toren uit 1820/1822 is gebouwd naar een voorbeeld Van Sant Georgio in Venetië en  is in 1963 door de gemeente Finsterwolde overgenomen.
Tot 1825 was het algemeen gebruikelijk dat belangrijke personen in de kerk werden begraven. Daarna is het bij de wet verboden. Het kerkhof bestond in het begin alleen uit het vak rondom de kerk. Rond de voorlaatste eeuwwisseling is het kerkhof uitgebreid tot de huidige omvang en bestaat dus nu uit een oude en nieuwe gedeelte. Een andere tegenstelling, die men op het kerkhof ziet, is een tegenstelling van boeren en landarbeiders. Lage lonen, lange werkdagen en slechte huisvesting waren de basis van ongenoegen en leidden tot verzet bij de arbeiders. Een herdenkingsmonument op dit kerkhof van Eltjo Siemens herinnert aan de landarbeidersstakingen uit die tijd. De gezamenlijke arbeiders hebben met zijn allen betaald voor dit monument. Eltjo Siemens, een feitelijke buitenstaander, wordt symbool van de strijd van de landarbeiders.
 

Oriëntatiepunt D: Kerkeweg/Driepolderpunt

 

Beschrijving:


  foto © A.J.ter Veen
We staan nu op een overblijfsel van een oude polderdijk (de slaper genoemd). Aan de linkerkant ligt de Oostwolderpolder  in het midden de Finserwolderpolder en aan de rechterkant de Reiderwolderpolder. Rondom de middeleeuwen was er in dit gebied overwegend veeteelt, maar doordat er steeds vaker runderpest epidemieën uitbraken is men steeds meer overgegaan op landbouwgewassen. Er werden veel verschillende soorten verbouwd, o.a karwei ,kanariezaad, stekbietenzaad, gerst en tarwe.  En zo won de landbouw steeds meer terrein in Oost-Groningen.We kijken nu over een weidse landschap wat eerst zee was namelijk de Dollard. De geschiedenis van de Dollard kent vele stormvloeden en overstromingen en heeft het land tot aan Wedde verovert. Rondom de middeleeuwen heeft de mens stukje bij beetje het land door inpoldering van de Dollard weer terug gewonnen. De kleigrond die door de  Dollard is afgezet blijkt een zeer vruchtbare grond te zijn  Het oud land wordt nieuw land met interessante vergezichten . Als U met ons meekijkt naar Emden (Ost-Friesland) dan kunt U een denkbeeldige lijn doortrekken richting Berlijn en als u richting Delfzijl kijkt, kunt u een lijn naar Oslo trekken.
 

Oriëtatiepunt E: Reiderwolderpolder 

 

Beschrijving:

Midden in de Reiderwolderpolder is het goed om stil te staan bij de geschiedenis van het landschap, de inpoldering, de beleving van de horizon, het agrarisch gebruik en de toekomst van dit landschap.
De polders liggen achter elkaar en zijn zichtbaar gescheiden door de (restanten van) dijken. Deze dijken kun je vergelijken met de jaarringen van bomen. De dijken bepalen de grootte van de polder en laten zien hoeveel inspanningen het de mensen gekost heeft om de dijken aan te leggen en het land droog te malen. De kwelders werden in die tijd beheerd en gecultiveerd door de boeren die er hun rechten hadden. Het recht van opstrek gaf de boeren het eigendom van de kwelders ter breedte van hun eigen heerd. Gezamenlijk trokken boeren en investeerders op om het land te bedijken en te ontginnen. De RW-polder is in twee gedeeltes ingedijkt. Eerst het westelijke deel en was ongeveer 1200 ha groot.  Het oostelijke deel aan de andere kant van het afwateringskanaal is veel kleiner en is ongeveer 370 ha. Zo rond 1860 was de polder ingedijkt. Vruchtbare zeeklei dat door afzetting op de kwelders ervoor zorgde dat door deze aanslibbing het land als het ware tegen het water op liet groeien; een apart fenomeen. Hoe dichter, dat je bij de zee komt, des te hoger de polders liggen.
De dijken zorgen voor een strakke horizon . Aan de overkant van de Dollard staan de windmolens van Emden. De RW-polder is een agrarisch gebied en in deze polder werden en worden veel graan, koolzaad en suikerbieten verbouwd. In tegenstelling tot vroeger is het nu bijna een monocultuur van granen. Eerder was het bouwplan van de akkerbouwers gebaseerd op het telen van veel zaderijen, als karweizaad, kanariezaad,  stek bietenzaad, spinaziezaad etc. Al deze gewassen zijn verdwenen. Het rendement van de akkerbouw staat sterk onder druk en men is dus naarstig op zoek naar alternatieven. Een van die alternatieven is de intensieve veehouderij. De akkerbouwers bedingen vergunningen voor de bouw van grote varkensstallen. Deze kunnen vaak niet geweigerd worden op grond van de huidige bestemmingsplannen buiten gebied. Ondanks de weerstand worden ze achter elkaar gebouwd.
 

Oriëntatiepunt F: Reidertil voor Hongerigewolf en Ganzedijk

 

Beschrijving:



De naam van de brug Reidertil is afgeleid van de boerderij in de omgeving, die ook Reidertil heette. Als u op deze brug staat zult u zichtbare herkenningspunten zien. Typerend is bijvoorbeeld de verkavelingvorm. Zeekleilandschap is een typisch blokverkaveling met de aanwezigheid van veel of weinig sloten. Een zeekleilandschap heeft vaak terpen of dijkdorpen. Zo’n gehucht zien we verderop. Het gehucht Ganzedijk ligt op een dijk en is een grens tussen de oude en jonge polders. De naam Ganzedijk is vermoedelijk ontleend aan een middeleeuwse  zandhoogte of garst, die werd gebruikt als akkerland. Ook in deze omgeving  een duidelijk onderscheid tussen rijk en arm; zie de grote boerderijen en kleine arbeidershuisjes. Het gerucht gaat dat Ganzedijk voorheen Garstdijk heette. Omdat de bewoners voor hun neveninkomsten veel ganzen hielden zou het Ganzedijk zijn gaan heten. De indijking van de Finsterwolderpolder verschafte de landarbeiders ook nieuwe werkgelegenheid, waardoor de woningbouw toenam. Rond de vorige eeuwwisseling kwam de sociale woningbouw ook hier naar toe. Op 11 Februari 2008 kwamen er echter plannen in de openbaarheid  om de 57 woningen te slopen en het gehucht op te heffen. De bewoners verzetten zich heftig en presenteerden een alternatief plan, Energiek Ganzediek ( “Niks hoezen plat” ), opgesteld door het “Actiecomité Ganzedijk blijft”. Een jaar later werd alsnog besloten op de plannen terug te komen en het buurtschap te handhaven en op te knappen. Zo ziet men, dat er ook nog in deze tijd, nog steeds tegenstellingen in deze regio aanwezig zijn.

De Hongerige Wolf is een gehucht dat net boven Ganzedijk ligt. De naam duikt omstreeks 1900 op en is volgens geruchten afkomstig van een herberg. Wellicht een herberg waar polderjongens die werkten aan de indijking van de Reiderwolderpolder hun vertier vonden. Het gehucht is nu nog steeds populair bij kunstenaars.
 

Oriëntatiepunt G: Voormalig Gemeentehuis Finsterwolde

 
Beschrijving:
 
Het gemeentehuis in Finsterwolde was in het verleden de belichaming van strijd, bestuurlijke (on) verantwoordelijkheid, ongehoorzaamheid, polarisatie en tegenstellingen.

                                                  
Een roemrucht verleden
Het gemeentehuis is in 1883 gebouwd en ontworpen als logement Hommes  en is in 1961 verbouwd.
Veel van de uiterlijke verfraaiingen zijn  er toen bewust afgehaald . De raadszaal, waarin iedere maand de politieke debatten werden gevoerd, bleek bestand tegen de enorme politieke retoriek die er gebezigd werd. Aan de ene kant was er de dominantie van de CPN, die haar basis had bij de arbeidersbevolking en aan de andere kant was er de macht van de zittende boerenbestuurders .
Het verschil in welvaart tussen de boeren en de landarbeiders leidde tot grote sociale conflicten. In de jaren ‘30 kwam het tot stakingen van de landarbeiders, die door de toenmalige marechaussee werden  gebroken. Deze spanningen hebben een grote claim gelegd op de solidariteit binnen de  bevolking. Van beide kanten werd geen duimbreed toegegeven. Vanuit Den Haag werd nalettend de ontwikkeling in dit gebied gevolgd. Immers na de oorlog kwam al snel de koude oorlog om de hoek kijken. De op Moskou georiënteerde CPN werd als een bedreiging gezien door de Haagse bestuurders en de CPN zette zich steeds feller af tegen het opkomend kapitalisme.
Dat verzet  kreeg ook een plek in de besluiten, die door de raad werden genomen. Burgemeester Harm Tuin, die destijds als voorzitter van de raad vaak tot kalmte maande, kreeg geen vat op de raad, die keer op keer besluiten nam die haaks stonden op kabinetsbeleid en soms ook regelrecht indruisten tegen de verantwoordelijkheden die de raad had.
De CPN legitimeerde de besluiten door te stellen dat ze zich sterk maakte voor haar bevolking.
Den Haag en de Tweede Kamer werden geconfronteerd met een gemeente, die zich in hun ogen niet conformeerde aan het bevoegd gezag en dwong de raad tot bezinning. Die was op haar beurt  natuurlijk van geen kant van plan om in te schikken. Dit ging zover dat de toenmalige Regering met steun van de Tweede Kamer in 1950 het besluit nam om de democratie buiten werking te stellen. De raad werd naar huis gestuurd en burgemeester Harm Tuin werd als regeringscommissaris de directe bestuurder van de gemeente. Het is een zeldzaam fenomeen in onze democratie wat zich hier in dit gemeentehuis heeft voltrokken.
De huidige gebruikers van het gemeentehuis zijn orgelbouwers  In deze regio is er een zeer rijke traditie van het bouwen van orgels. Winold van Putten  met zijn medewerkers krijgen opdrachten vanuit heel Noord-West Europa en werken samen met een klokkengieterij van Simon Laudy, die achterin het gebouw gevestigd is. Een ding hebben al deze tegenstellingen gemeen en dat is de trots en eigenzinnigheid van de inwoners van dit gebied.
 

Oriëntatiepunt H: De Hardenberg Revisited

 

Beschrijving:

 
Weer terug op de Hardenberg.
Even tijd om terug te blikken. Dat kan aan de hand van de volgende vragen:
 
- Heeft u het landschap als een eenheid ervaren of als een diversiteit van landschapsvormen?
- Welk contrast heeft indruk gemaakt en waarom?
- Waar waren tegenstellingen goed te zien?
- Van dit landschap wordt vaak gezegd dat het door mensenhanden gemaakt is. Heeft u dat ook zo beleefd?
- Welke contrasten hebben een natuurlijke oorsprong?
- En tenslotte: hoe heeft u deze fietstocht ervaren?