Voor 1795 was er niet echt sprake van een landelijk georganiseerd postwezen. De post werd verzorgd door particulieren of lokale overheden.
Naar Winschoten zal het briefvervoer in die dagen waarschijnlijk over het water en over trekpaden hebben plaatsgevonden door beurtschippers, trekschuitvaarders en per paard of postkoets.
Op 13 juli 1810 kwam geheel Nederland onder het bewind van het Franse Keizerrijk. Bij Keizerlijk decreet van 14 december 1810 werden de posterijen met ingang van 1 januari 1811 onder Frans bewind gebracht onder invoering van "Instruction générale sur le service des postes aux lettres". Exemplaren hiervan werden op de Keizerlijke Drukkerij gedrukt met links Nederlandse en rechts Franse tekst. Alle brieven moesten worden afgestempeld met de naam van het postkantoor en het nummer van het departement waar het onder viel.
Oost-Friesland was in 1810 bij Nederland ingelijfd. De oude departementen Groningen en Drenthe werden samengevoegd met het Duitse Reiderland tot het nieuwe Departement Wester-Eems. Het Departement Wester-Eems had het nummer 123.
Naast de postkantoren mochten op het platteland distributiekantoren worden gevestigd. Deze mochten slechts de gewone brieven ontvangen en verzenden echter ze werden uitsluitend op de postkantoren afgestempeld.
Winschoten had postaal in 1810 al een bijkantoor onder Groningen en had een paardenpoststation. In 1811 werd het postkantoor Winschoten opgericht in het departement 123.
Na het herstel van de Koninkrijk der Nederlanden in 1814 bleef het postverkeer op de ingeslagen weg gehandhaafd.
Tot 1817 was Groningen het officiële grenskantoor voor de briefwisseling met Duitsland. Vanaf 1818 werd Winschoten het scundaire grenskantoor voor de direkte correspondentie met Weener en Emden. Het briefverkeer met Hannover in Duitsland liep over het grenskantoor Weener en aldus ook over Winschoten.
Een uitvergroot grensstempel van Hannover W(eener) afkomstig van een brief van Weener naar Assen via Winschoten.
Er gingen vanuit Winschoten postritten naar Groningen, Weener en Hannover.
Foto van stationsweb.nl
Op 1 mei 1868 werd de spoorlijn tussen Groningen en Winschoten in gebruik genomen. De post kon nu sneller worden vervoerd per spoor en daar werd ook driftig gebruik van gemaakt. Het traject naar Nieuweschans kwam op 1 november 1868 klaar. De aansluiting op het Duitse spoorwegnet liet echter op zich wachten tot 26 november 1876.
Stoomtram met passagiers- en postwagen te Winschoten
Vanaf 1882 kwamen er diverse paardetramverbindingen en later ook stoomtramwegen tot stand en nagenoeg geheel Oost-Groningen kwam aan het spoor met Winschoten als centrum.
Postvervoer per spoor in de jaren vijftig vorige eeuw.
Postkantoor
Zoals hierboven reeds geschreven is het postkantoor in 1811 opgericht. daarvoor was er al een hulppostkantoor vanaf 1810 onder Groningen. Van de jaren daarvoor is onder meer bekend een postmerk uit 1789 met o.a. de tekst: "Mejuff. Wed. Vinkers, Postmeesteresse te Winschoten". Het eerste kantoor van Winschoten was gevestigd aan de Venne.
Gedurende de periode 1858 tot en met 1877 was het postkantoor gevestigd in de Langestraat ter hoogte van de Gassingel, destijds "Moushörn" genoemd. In het grote pand rechts op de foto uit 1890 was het voormalig postkantoor gevestigd. De toren links op de foto is van de RK-kerk in de Langestraat. Momenteel is op de plek van het pand van het postkantoor Expert Larmoyeur gevestigd.
Van 1877 tot 1907 was het postkantoor gevestigd aan de Vissersdijk. Op de ansichtkaart van rond 1895 zien we geheel rechts nog een gedeelte van het postkantoor aan de Vissersdijk. Later kwam op die plek de Groninger Bank (later de Twentsche Bank en de ABN).
Na veel gesteggel in de Gemeenteraad van Winschoten kwam er in 1907 een nieuw postkantoor aan de Burgemeester Venemastraat, tegenover de ambachtschool uit 1900. Het postkantoor was ontworpen door de Haagse bouwmeester C.H. Peters. De Winschoter aannemer J.B. IJzer heeft zowel de ambachtschool als het postkantoor gebouwd.
In de loop der jaren is er veel veranderd in het interlokale berichtenverkeer. Gingen de brieven eerst per bode/postkoets. Later kwam daar de telegraaf bij met de telegrammen. Toen werd de telefoon gemeengoed en hierop de faxberichten per telefoon. Uiteindelijk het internet. Het postverkeer nam hierdoor enorm af en de Posterijen sloten het ene na het andere postkantoor.
In de loop van 2005 was het postkantoor al "gedegradeerd tot een balie voor de gewone lokethandelingen". Uiteindelijk vile hetdoek voor het kantoor Winschoten op 1-5-2010.
Hulppostkantoren
De volgende hulppostkantoren waren destijds onder het kantoor Winschoten gevestigd:
- Beerta (1850)
- Bellingwolde (1851)
- Blijham (1868)
- Boertange (1905-1906)
- Drieborg (1873)
- Finsterwolde (1851)
- Heiligerlee (1868)
- Het Waar (1872-1879)
- Midwolda (1851-1879)
- Nieuw Beerta (1851)
- Nieuwe Pekela (1850-1879)
- Nieuweschans (1850)
- Nieuwolda (1851-1879)
- Onstwedde (1851-1885)
- Oostwold (1854-1879)
- Oude Pekela (1850-1878)
- Oudeschans (1870)
- Scheemda (1869-1879)
- Sellingen (1870-1902)
- Ter Apel (1866-1876)
- Vlagtwedde (1851-1906)
- Vriescheloo (1884)
- Wedde (1853)
- Zandberg (1868-1876)