In het boekje “de regeringscommissaris in Finsterwolde” dat in 1975 is uitgegeven wordt een uitgebreide beschrijving gegeven van de situatie in 1951 in Finsterwolde.

Op 20 juli 1951 werd in ons dorp de in meerderheid communistische gemeenteraad  van haar taak ontheven en de toenmalige burgemeester Harm Tuin kreeg alle volmachten om in samenspraak met de regering het dorp verder alleen te besturen.

De zaak Finsterwolde is de geschiedenis ingegaan als een van de dieptepunten in de Koude Oorlog, in een tijd waarin de restauratie van Nederland na de Tweede Wereld Oorlog gepaard ging met een grootscheeps rechts offensief tegen de arbeidersklasse en haar organisaties. Deze anti-linkse agitatie was vooral gericht tegen de CPN. Serieus werd overwogen deze partij, die immers “een voorpost van een vreemde mogendheid” en een “on-nationaal insluipsel” was, buiten de wet te stellen

De bevolking van Finsterwolde had de euvele moed, uitgerekend deze partij een meerderheid in de gemeenteraad te geven. De Finnerwolmers hadden de onvergeeflijke brutaliteit, die mensen te kiezen waar ze vertrouwen in stelde, dwars tegen ieder anti- communistische agitatie in. Toen tenslotte ook nog bleek,  dat de gemeenteraad van Finsterwolde haar taak serieus nam en de belangen van de landarbeiders werkelijk verdedigde , was de maat vol.

De regering nam tenslotte haar toevlucht tot het onder curatele stellen van de hele dorpsbevolking. Deze machtsgreep tastte het democratisch staatsbestel in haar wortels aan, maar dat deed niet te  zake. De strijd tegen deze volksvreemde elementen was dit offer waard.

Voorafgaande aan deze ingreep waren de grote tegenstellingen tussen de boeren en de arbeiders aanleiding voor verhitte discussies en grote verdeeldheid tussen de verschillende groepen in Oost- Groningen. Er was niet alleen strijd tussen de boeren en de arbeiders maar ook binnen de socialisten, sociaaldemocraten, anarchisten en communisten waren de verschillen van opvattingen groot. De enorme welvaartsverschillen zorgden voor georganiseerde stakingen en grote oplopen. De arbeidsomstandigheden waren abominabel, evenzo als de beloningen voor het werk als het er al was.

Met name in de winter waren de landarbeiders werkloos en werden dan te werk gesteld bij de Dienst Uitvoering Werk, de DUW. Veen afgravingen in de Veenkoloniën, inpolderingen van de Dollard,  keien kloppen en andere werkzaamheden werden aan de werklozen opgedragen tegen een minimale vergoeding.

Stakingen waren in Oost Groningen dan ook aan de orde van de dag, waarbij de stakers een uitkering kregen uit fondsen die daarvoor beschikbaar waren. De harde koppen van de boeren stonden tegenover vastberaden arbeiders en van beide kanten werd geen duimbreed toegegeven.

De landarbeiders stakingen in de jaren 30 van de vorige eeuw waren ongekend in lengte en in onverzettelijkheid en leiden tot grote oplopen waarbij tot meer dan 5000 mensen op de been kwamen. Derk Roelfs Mansholt, Multatuli, BL Tijdens, Domela Nieuwenhuis en Pieter Jelles Troelstra sprongen in Oost-Groningen op podia om de verzamelde menigte toe te spreken. Uiteindelijk werd de staking gebroken, maar de littekens waren en bleven zichtbaar en pijnlijk.

Tijdens de staking in mei 1929 is Eltjo Siemens gedood door een kogel uit een geweer van de opgetrommelde marechaussee op de hoek Hoofdstraat /Westbaan. Hij was in het geheel geen landarbeider maar een toevallige nieuwsgierige dorpsgenoot.

Op het kerkhof staat op zijn graf een monument met inscriptie.

Na deze voorbeschouwing gaan we terug naar de regeringscommissaris in 1951.

De communisten hadden de meerderheid in de raad en kwamen op voor de mensen die hen het vertrouwen hadden geven. Volkomen legitiem om als vertegenwoordiger de belangen van de achterban in te brengen en besluiten te nemen. Zo werden besluiten genomen over de invoering van bijvoorbeeld een straatbelasting waarbij het ging over het vaststellen van een % van de waarde van het bezit van de inwoners. In tegenstelling tot de voorgeschreven percentages besloot de Finsterwolder gemeenteraad daarvan af te wijken. Zo ook werd de hoogte van de uitkeringen vastgesteld boven de norm, om daarmee de meest kwetsbare mensen te helpen.

Burgemeester Tuin droeg deze besluiten, keer op keer, ter vernietiging voor bij de Kroon. Totdat het volgens de regering de spuigaten uitliep. Er werd ingegrepen en Finsterwolde kreeg een  regeringscommissaris in de gedaante van de zittende burgemeester Harm Tuin.

De Finnerwolmers hebben lang de gevolgen van de tweespalt in het dorp gemerkt. Ook ik, de auteur van dit artikel, als geboren en getogen Finnerwolmer, heb deze tegenstellingen gemerkt en gevoeld. Gelukkig trekken we nu samen op, om met alle verschillen die er zijn, te werken aan een mooie toekomst.

(Harm Evert Waalkens – eerder geplaatst in de periodiek “Proathörn” van Finsterwolde)