Koning Willem I wilde Finsterwolde, Beerta en Nieuweschans 160 jaar eerder al samenvoegen.
Als koning Willem I zijn zin had gekregen, had staatssecretaris De Graaff-Nauta zich niet bezig behoeven te houden met de herindeling van de gemeenten Finsterwolde, Beerta en Nieuweschans en was er nooit sprake geweest van discussie over de 'drievariant' of 'vier-variant'. Meer dan honderdenzestig jaar geleden al wenste de voorvader van koningin Beatrix de 'vereeniging van Sommige Gemeenten in deze Provincie'.
Archief
Harm Frans Tuin, gewezen hoofd van de afdeling algemene zaken van de voormalige gemeente Finsterwolde, vond destijds in het archief twee oude stukken, die melding maakten van deze eerdere plannen tot samenvoeging van deze gemeenten.
Beide stukken zijn uittreksels uit het 'Register der Resolutien' van Gedeputeerde Staten.
De stukken
Het eerste is gedateerd op tien september 1827. Op deze maandag werd door de 'Edele Groot Achtbare Heeren Gedeputeerde Staten van de Provincie Groningen' een brief besproken, die was gestuurd door de 'Administrateur voor het Binnenlandsch Bestuur'.
Willem I, van 1814 tot 1840 Koning der Nederlanden en Groothertog van Luxemburg, was met het voorstel gekomen enkele gemeenten in Groningen samen te voegen en had Gedeputeerde Staten om raad gevraagd.
De koning hoefde in die tijd nog vrijwel geen rekening te houden met de Staten-Generaal en kon met zogenaamde Koninklijke Besluiten regeren. GS hadden voorgesteld Finsterwolde, Beerta en Nieuweschans samen te voegen 'met uitzondering van den Hamdijk voor zooverre het thans onder de Nieuweschans behoort zullende dat gedeelte van Hamdijk, inkomstig onder Bellingwolde behooren'. Via de brief van de administrateur werd dit voorstel door de Kroon goedgekeurd.
In de brief werd aan de Gedeputeerden opdracht gegeven de burgemeesters van de gemeenten op de hoogte te brengen en 'voorts om te zorgen dat van de beraadslagingen van den Gemeenteraad te dezen, een gemotiveerd Procesverbaal worde opgemaakt'. Waarom de samenvoeging uiteindelijk niet doorging, wordt in de brief niet duidelijk.
Het tweede stuk is gedateerd op 27 december 1831, Hier komt een eventuele samenvoeging van de gemeenten Finsterwolde en Beerta aan de orde. Er wordt melding gemaakt van 'Een Rekest van de Leden van den Raad der Gemeente Finsterwolde, daarbij om aangeroerde redenen verzoekende dat de Gemeente Beerta met hunne Gemeente moge worden gecombineerd'.
Beerta stelde kennelijk bepaalde voorwaarden, want verder in het stuk wordt geschreven '...aan deze vergadering op te geven of de Raad (van Finsterwolde, red.) de verzochte vereeniging zou verlangen ook dan als Beerta tot hoofdplaats van de Gecombineerde Gemeenten wierd verklaard.'
Finsterwolde ging kennelijk niet akkoord met de eisen van de Beertsters.
Bron: Drents Groningse Pers d.d. 7-8-1989