De Dollardpolders van Finsterwolde
Grote stormvloeden hebben de Dollard doen ontstaan en vele dorpen doen verdwijnen. Stukjes bij beetjes hebben de Oost-Groningers het verdronken land voor een deel op de Dollard teruggewonnen. Klik op de kaart voor een grotere afbeelding in pdf-formaat.
Een dijk wordt aangelegd.
Finsterwolderpolder
De oudste polder is de Finsterwolderpolder. Het omvat de kwelderlanden achter het dorp Finsterwolde, de Goldhoorn, het Munnikenveen en de Binnen AE. De aan te leggen dijk loopt achter het dorp langs met een flauwe bocht naar Ganzedijk tot aan de Beersterzijl. De aanbesteding was in 1818. Niet de gehele polder behoort aan Finsterwolde. De naam is gekozen omdat het grootste deel, 651 ha, tot Finsterwolde behoort. Verder valt er 124 ha onder Oostwold en 377 Ha onder Nieuwolda.
De polder is in 1819 gereed gekomen. De eerste jaren waren niet zo erg gelukkig voor de polder. In 1920 werd de oogst aanzienlijk beschadigd door een vlooienplaag. In 1921 was het de beurt aan de veldmuizen, die het winterkoren en het aankomend koolzaad aanvraten. De winter van 1922 was vervolgens zo streng dat het gehele gewas te velde verloren ging. In 1923 kwam de veldmuis terug. Deze keer geholpen door een slakkenplaag. Beide waren debet aan een grote schade aan de gewassen. Zo ook in 1924. De jaren daarna leverde het vruchtbare landbouwgrond overvloedige oogsten en de schade werd al snel omgezet in winst.
De afwatering van deze polder liep voor de inpoldering van de Reiderwolderpolder via natuurlijke weg door de "Oude Geut". In de buitendijk was bij de Oude Geut een zijl gebouwd, zodat er geloosd kon worden op de Dollard. Deze afwatering was allesbehalve ideaal. Bij de aanleg van de Reiderwolderpolder in 1862 werd het water via Fiemel afgevoerd.
Waar destijds de Oude Geut via de zijl overging in de Dollard stond het Zijlhuis. In 1836 ging dit Zijlhuis door brand verloren. Op deze plek werd in 1836 een nieuw gebouw neergezet, net buiten de westelijke gemeentegrens van Finsterwolde.
De bewoners waren zijlwaarder indienst van het waterschap. Na 1862 deed het pand nog uitsluitend dienst voor de landbouw. Sinds ongeveer 1965 is de boerderij onbewoond.
De eerst boerderij op Finsterwolder grondgebied is de "Palmar-plaats", gesticht in 1821 en door brand verwoest. In 1908 werd er hergebouwd.
De naam komt van het voormalig dorpje Palmar met een monnikkenklooster, dat in 1204 is gesticht en stond ten zuiden van de huidige Punt van Reide. In 1290 telde het klooster nog 190 monnikken. In 1447 is het klooster opgeheven en zijn de goederen verdeeld. In 1454 is een dijk aangelegd van Palmar naar Finsterwolde om het achterliggende Oldambt te beschermen tegen de Dollardvloeden. De dijk is aangelegd op veengrond en bleek niet bestand te zijn tegen de grote stormvloeden. In 1509 werd de dijk verzwolgen door de Dollard. De restanten van het klooster zijn mede ten onder gegaan.
Tot en met 1952 werd de boerderij bewoond en daarna leeggebroken en nog slechts gebruikt als boerenschuur door de familie Huisman uit Finsterwolde. Vanuit het dorp stond de schuur aan het eind van de Westbaan. In 1973 is de schuur afgebroken en vervangen door een Romneyloods.
Op 23 juni 1943 is een Duitse Messerschmitt-109 boven de polder neergehaald en in de polder langs de Westbaan neergestort. Roelf Nap (destijds 11 jaar) woonde met zijn ouders op de Palmer-plaats en was getuige.
In september 1997 is het wrak door Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht opgegraven. Op 6,5 diepte in de klei zat de motor. Verder zijn er stoffelijke resten gevonden van de Duitse piloot, alsmede persoonlijke bezittingen en militaire uitrusting. Ook kwam er nog munitie naar boven, die vervolgens door de Explosieven opruimingsdienst werd vernietigd.
Lees ook het artikel in Noorderbreedte.
Verderop in de polder aan de Kleiweg tussen de Palmar-plaats en de schuur van Waalkens (hierna) stond nog een boerenschuur met ingebouwde woning. Sinds 1952 was dit gebouw onbewoond en in 1966 door brand verwoest. Helaas is een foto van deze schuur mij niet bekend.
Aan de Kerkeweg in de Finsterwolderpolder stond de schuur van A. Waalkens. Zij werd gebouwd in 1928. Op de voorgevel werd in 1959 door de kunstschilder Siep van den Berg een moderne beschildering aangebracht.
Niet iedereen vond de schuur even fraai. Een pyromaan leefde zich in mei 1971 uit op de schuur, die vervolgens geheel afbrandde. De schuur is niet herbouwd.
Een vierde gebouw in deze polder stond aan de Oostbaan 25 bij Ganzedijk.
Deze boerderij dateerde van 1908 en was vanaf 1960 onbewoond. In 1971 heeft de pyromaan van Finsterwolde er voor gezorgd dat de boerderij een prooi van de vlammen werd. Herbouw heeft niet plaatsgevonden. Een gedeelte van het land van deze boerderij is destijds onteigend voor de woningbouw in Ganzedijk.
Reiderwolderpolder (RW-polder)
De Reiderwolderpolder is in 2 fasen ingepolderd; de 1e afdeling (globaal de kweldergronden, ter grootte van 1120 ha., gelegen achter de Finsterwodlerpolder en ten westen van de Reidertil) is in 1862 afgesloten en de 2e afdeling netreft de kweldergronden ten oosten van de Reidertil en ten noorden van de Stadspolder. De 2e afdeling, groot 368 ha., is in 1874 door de stad Groningen ingepolderd en dit deel van de RW-polder was geheel eigendom van de stad Groningen, inclusief de boerenplaatsen.
Aan het eind van Ganzedijk bij Hongerige Wolf ligt de brug van de RW-polder (1e afdeling) naar de RW-polder (2e afdeling). Deze brug heet de Reidertil.
De weg rechtdoor is er nog niet in de tijd dat deze foto is gemaakt. De inpoldering van de Carel Coenraadpolder kwam in 1924 gereed. De foto zal dan ook van vóór 1924 zijn.
In de verte zien we al wel de oude afwateringsluis in de Reiderwolderpolderdijk van 1862 (links van de sluis) en van 1874 (rechts van de sluis achter de bomen).
Dit is de Beersterzijl in het Hoofdkanaal (verlengde van de Beersterdiep en Buiskooldiep). De foto is gemaakt door Stef Bos.
Nogmaals het oud sluisje. Deze foto dateert van 1975, op de achtergrond door de sluis zijn bosschages vande CC-polder te zien. De foto is gemaakt door Marietje Remeijer-Tuin.
Zie ook voor een sluiswachtersverhaal: www.brugwachterverhalen.nl
"Dijkgat met sluisje bij Hongerige Wolf" gezien vanuit de CC-polder door de kunstschilder geert Schreuder uit Onstwedde.
En de impressie van Koos Nanninga.
Bij de Reidertil was altijd veel bedrijvigheid. Ook was er een aanlegplaats voor boten. Hier worden goederen van de boot (of omgekeerd) overgeladen naar paard en wagen.
Gaan we vanaf de Reidertil de RW-polder (1e afdeling) in dan hebben wij dadelijk aan onze rechterhand de gebouwen van smederij Bakker.
Van links naar rechts staan: Lammert Siemens, Smid Bakker sr, Maarten Schipper (smidsknecht uit Blijham), mevrouw Bakker, Jantine Bakker, Hein Bakker, Pieter Uffen en Hendrik Delger.
We gaan verder de polder in naar het westen.
Een zeer oude foto van de boerderij van de fam. Brinkman met zes paarden ervoor. Sinds 1916 wonen hier steeds bewoners in dienstverband op. De boerderij brandde in 1936 door onbekende oorzaak af en is in 1937 vervangen door nieuwbouw.
Twee plaatsen verder staat de boerderij van de fam. Mellema. De eerste boerenbehuizing brandde in 1944 door blikseminslag grotendeels af. Het woonhuis bleef bespaard. In 1946 werd een nieuwe hengstenstal gebouwd. In 1948 werden de overige bedrijfsgebouwen herbouwd. Het oude woonhuis werd in 1954 afgebroken en vervangen door het huidige woonhuis.
Links naast de boerderij van Mellema staat de "Onnesheerd" van de familie Barlagen. De boerderij is in 1864 gesticht. In 1928 is de serre er bijgebouwd.
Dit is de boerderij van Van Wieringen met adres Reiderwolderpolder 2 voor de storm van 13 november 1972. Oorspronkelijke stond hier een boerderij uit 1888 die 1903 afbrandde. In datzelfde jaar werd de boerderij van hierboven gebouwd op dezelfde plek.
Op de foto de pachter Jans Geerds Luppens met zijn zoon Tiddo rond 1920.
De restanten van de boerderij na de storm, die vervolgens werden gesloopt.
In 1973 is een Romney-loods gebouwd op deze boerenplaats.
In het 2e gedeelte van de Reiderwolderpolder (over de brug Reidertil) stond dadelijk links de boerderij Reidertil. Het hoofdgebouw van de boerderij dateerde van 1864 en was door de Gemeente Groningen gesticht. De boerderij werd door de jaren heen aan diverse personen verpacht. In 1933 werd door de toenmalige pachter Onno Eltjo van Barenborg Bontkes er een kapschuur bijgebouw. In 1963 werd deze schuur door de Gemeente Groningen overgenomen en de boerderij werd tot 1972 door de stad in eigen exploitatie genomen. Een groot deel van de landerijen werd gebruikt voor de fruitteelt.
De boerderij is eind februari 2011 geheel door brand verwoest.
Nieuwe Statenzijl lig in het noordoosten van de Reiderwolderpolder en hoorde bij de voormalige gemeente Beerta. Er staan ongeveer vijf huizen en het heeft nu een grote spuisluis die de Westerwoldse Aa en de Dollard scheidt. Ook is er een schutsluis.
De Nieuwe Statenzijl werd in 1874-1877 gebouwd en diende voor de afwatering van de achterliggende boezem en werd noodzakelijk door de aanleg van de Reiderwolder polder. Het zal een eenvoudige sluis zijn geweest, want in 1907 werd een nieuwe sluis aangelegd.
(De volgende drie afbeeldingen heb ik ontvangen van Erik Helweg uit Beerta)
Baggerschip bij Nieuwe Statenzijl in 1907
Vervolg baggerwerkzaamheden bij Nieuwe Statenzijl in 1907
Afronding nieuwe schutsluis bij Nieuwe Statenzijl in 1907
Deze sluis maakt nu deel uit van het verdedingingsplan dat in 1955 werd opgezet om Nederland tegen het water te beschermen, tevens dient deze sluis voor het regelen van de waterstand in de polder.
Nieuwe Statenzijl ligt op 500 meter afstand van de grens met Duitsland. Vanaf de dijk kun je kijken tot aan de havens van Emden en Delfzijl.
Bij de foto's hiervoor is steeds sprake van de zogenaamde schutsluis. Daarnaast was er in die tijd ook nog een spuisluis, zoals te zien op deze foto uit 1907. Het water op de voorgrond is de Westerwoldse Ae.
Buitengaats rond 1910.
Deze foto van Stef Bos geeft een beeld van de Dollardzijde van de schutsluis. Rechts zien we het water dat van de spuisluis komt.
Zoals voor de inpoldering van de CC-polder de omgeving van de Reidertil een en al bedrijvigheid had, is deze na de inpoldering langzamerhand overgegaan naar Nieuwe Statenzijl.
Links op de foto woonde in die tijd sluismeester Hendrik Heidema, getrouwd met Bouke Raatje. Later kwam sluismeester Bos. Na sluismeester Bos werd het een dubbele woning. Aan de linkerkant in de woning woonden eerst sluismeester Maarten Kool en zijn vrouw Jantje met hun kinderen Alberdina en Jan. Daarna woonde er sluismeester Leeuwerke met aan de rechterkant in de woning sluiswachter Thomas Dijkema met zijn vrouw Martje en hun kinderen, Martje, Frans, Reina en Jopie.
Het huis rechts was ook een sluiswachterswoning, waar in die tijd de sluiswachter Simon de Boer woonde met zijn vrouw Temke en hun kinderen Willem en Ina. Later woonde daar sluiswachter Harm Wezeman met zijn vrouw Trui.
Links op de foto de kinderen van de visser Berend Kool en zijn vrouw Fenna Garrelts. Zij hadden daar in die tijd een garnalendrogerij.
In het midden is de schutsluis te zien. Van de tweede sluis, de spuisluis, is uiterst rechts nog net het sluiswachtershuisje te zien.
(tekst: info van Harm Hillinga)
Behalve garnalen kwam er ook wel eens iets anders in de netten van de Dollard-vissers. Op de foto wordt een enorme steur getoond, die in de Dollard werd gevangen.
De foto van begin jaren dertig toont geheel links Jan Uuldriks Blaauw. Het jongetje is Jan Bakker (zoon van Grietje en Jurjen Bakker - Jurjen en zijn broer Willem waren vissers op de Dollard). De man met de pet (tweede van rechts) is Jurjen Bakker. De andere personen zijn (nog) onbekend.
De foto en info met dank aan Klaas Blaauw.
Hoewel in de bijschrift staat van sluiswachterswoning betreft het hier de sluismeesterswoning in aanbouw van destijds de sluismeester Hindrik Heidema. Gezien de datering is deze woning gebouwd voordat met de bouw van de nieuwe sluis in 1907 werd aangevangen.
De boerderij van Nieuwe Statenzijl.
Op de boerderij langs de grens met Duitsland woonden tot 1941 Johannes van der Kamp en zijn vrouw Elisabeth Siemens, geboren in 1882, en hun zeven kinderen. Daarna vertrokken ze naar Drieborg en nam, Harm Hillinga (1894-1958), getrouwd met Hebelbiena Hulsing (1897-1973) de boerderij over. Zij kregen twee kinderen, Eggo (1920-1977) en Harmanna Gesina (Manne, geb. 1919). In mei 1945 werd de boerderij gebombardeerd en onbewoonbaar. Zoon Eggo Hillinga, getrouwd met Geertje de Vries (geb. 1924), nam in mei 1957 de boerderij over. Zij verlieten in 1965 samen met hun zoon Harm (geb. 1947), Nieuwe Statenzijl, omdat op het land waarop de boerderij stond, een dijk werd aangelegd en de boerderij moest worden afgebroken. De boerderij is altijd eigendom van de Stad geweest en werd gepacht.
Om bij de boerderij te komen moest je over twee sluizen lopen. Eerst de schutsluis, dan over een stukje dijk achter de sluiswachterswoning langs en dan over de spuisluis. De spuisluis werd ook wel de ´oude sluis´ genoemd. Het gebied tussen beide sluizen was een (werk)eiland in de Westerwoldse Aa waarop ook de houten gebouwen stonden waar de sluisdeuren werden bewaard en onderhouden.
Op 13 november 1973 is Oost-Groningen aan een ramp ontsnapt. Tijdens een vliegende storm was het Dollardwater tot 3.96 meter boven NAP omhoog gestuwd tegen de afgekeurde sluisdeuren aan. De druk van 54 ton is nog op tijd verminderd door een krimpende wind, waardoor de peil van het water zakte. Als de deuren waren bezweken was Nieuweschans volledig onder water komen te staan en had het water met een snelheid van 30 km/u kunnen doorstromen tot aan Wedde.
Het duurde nog bijna 13 jaar voordat Oost-Groningen weer adequaat voor het Dollardwater werd beschermd.
In het kader van de verhoging van de Dollarddijk is er een nieuwe sluis gebouwd in 1987.
Bij Nieuwe Statenzijl bevindt zich de vogelkijkhut de Kiekkaaste, Deze bevindt zich een eind de kwelders in en biedt uitzicht over het kwelder-, slikken en wadgebied van de Dollard. Het Marcelluspad er naar toe kan bij zeer hoge waterstand onbegaanbaar zijn.
Ook Ede staal heeft nog gewoond in Nieuwe Statenzijl.
Carel Coenraadpolder (CC-Polder)
In de vergadering van de Staten der provincie Groningen werd op 4 december 1923 het besluit aangenomen tot oprichting van het waterschap "Carel Coenraadpolder". Vanaf de zeedijk van de Joh. Kerkhovenpolder tot aan de zeedijk van 1874 (Reiderwolderpolderdijk) werd door middel van een aan te leggen dijk van 8km een nieuwe polder verkregen. Ook werd in de nieuwe polder een zeesluis gebouwd ten behoeve van onder meer de afwatering van het waterschap "Reiderland".
Het is de jongste polder van Finsterwolde. De inpoldering geschiedde deels als werklozenproject.
De tewerkgestelden hebben met een schop en een kruiwagen de zware werkzaamheden moeten uitvoeren.
Hier een foto van een groepje arbeiders, dat schaft had. Een schaftkeet was er niet. Slechts een zelfgemaakte windvanger gaf enige beschutting tegen de sterk wisselende weersomstandigheden buitendijks.
Staand v.l.n.r. Beeno Tuin (mijn opa), Hendrik Staats, Gerrit Gernaat, Hein Meulenkamp, en anderen.
Wie kent de anderen? Graag uw reacties via de contactknop.
Zo gerieflijk als op de foto was het echter niet altijd. Men stond vaak tot de knieën toe in het water te werken. De jassen moesten op een in de grond getoken stok worden gehangen om niet nat te worden. Schaften deed men staande en dat allemaal voor een hongerloon. Werd er commentaar geleverd op de gang van zaken dan kon men vertrekken. Recht op een uitkering had men niet.
Deze foto is uit 1924, gelijk de vorige. Deze arbeiders zijn mij allen onbekend.
(Afbeelding afkomstig uit de Proathörn; de foto moet rond 1930-1935 zijn gemaakt)
De polder is genoemd naar de voormalige commissaris der Koningin van de provincie Groningen Carel Coenraad Geertsema, werkzaam in die functie van 1893-1917. De polder kwam gereed in het jaar 1925. Op 19 oktober 1929 is Geertsema overleden.
Het waterschap "Carel Coenraadpolder" is met ingang van 1 mei 1967 opgeheven en ondergebracht in het nieuw opgerichte waterschap "Fiemel".
(Bron:o.a. "Boerderijenboek en hun bewoners" , uitgegeven door afd. Beerta van Groninger maatschappij van landbouw)
De voormalige afwateringsluis in de CC Polder
Op 3 maart 1976 staat er een zware noordwester. Het water in de Dollard komt tot 3½ meter NAP. Er bestaat angst voor een dijkdoorbraak. Een tijdelijke oplossing wordt gevonden door de dijk met een kistdam van 70 cm te verhogen. Na veel gekrakeel over een binnendijkse afwateringskanaal wordt in 1983 gestart met het verhogen van de dijk op Deltahoogte.
Deze foto is genomen vanaf de dijk bij de sluis in de CC-polder. Links staat het brugwachtershuisje en rechts ga je naar de vroegere grasdrogerij. (Tekst met dank aan de ex-Finderwolmer Koos Nanninga uit Loppersum).
Gezicht op de sluis vanaf de Dollard richting Finsterwolde. Links van de sluis woonde destijds de sluismeester Arie Kuiper. (Foto Henk Siemens).
Arie Kuiper, de voormalige sluiswachter: "Sluus zit hier onder diek".
Hierbij is de oude sluis in de CC-polder van 1925 gesloopt en het afwateringskanaal van Reiderland is doorgetrokken naar Nieuwe Statenzijl.
Vanaf de voormalige zeesluis gaan we de polder in en krijgen we aan de rechterhand een in 1925 (direkt na de indijking) gesticht boerderij van de gemeente Groningen. Links zien we de reeds hiervoor genoemde grasdrogerij.
De volgende boerderij rechts is nog een oorspronkelijke boerderij uit 1925 van de gemeente Groningen. Het woongedeelte is in 1967 verbouwd en gemoderniseerd.
Op de gevel van de volgende boerderij van de Gemeente Groningen is nog duidelijk het stichtingsjaar zichtbaar.
(Bron: "Boerderijenboek en hun bewoners" , uitgegeven door afd. Beerta van Groninger maatschappij van landbouw)
Aangekomen op het kruispunt slaan we rechtsaf naar de dijk, richting het "Ambonezenbosje".
Links aan het weggetje dat we ingaan stond vroeger deze woning van de kampbeheerder. Na de ontruiming van het kamp is dit huis afgebroken. Vervolgens zien we een huisje dat bij de Duitsers dienst heeft gedaan als munitieopslag en na de oorlog als strafhok ten tijde van het NSB-kamp.
Op de achtergrond zien we de barakken van het kamp.
Het onderhoud aan de buitendijk werd voor de oorlog uitgevoerd als werklozenproject. Veelal gebeurden deze werkzaamheden buiten het landbouwseizoen ter bestreiding van de hoge werkloosheid onder de landarbeiders. Onder aan de dijk, tegenover de weg uit Finsterwolde, was voor de werknemers, die aan het eind van de dag niet terug naar huis konden, of omdat zij te ver uit de buurt woonden, of omdat de dagen gewoonweg te lang waren om op en neer te reizen, is er een werkkamp met barakken neergezet. In WOII haden de Duitsers hier bunkers gebouwd en afweergeschut geplaatst. Na de oorlog liep er wederom een DUW project.
Deze barakken zijn later gebruikt door de Rijkswerkinrichting "Carel Coenraadpolder".
Tenslotte werden de barakken gebruikt voor het onderbrengen van de Ambonezen, die voor Nederland in het voormalig Nederlands Indië hadden gevochten tegen Soekarno.
Nu staat bij het Ambonezenbosje een infobord waaruit de vroegere kampinrichting blijkt.
Kroonpolder
Ten zuiden van de Reiderwolderpolder (fase 2) ligt de Kroonpolder, destijds behorende tot de gemeente Beerta. Dit is een oude polder. In 1695 gingen de stad Groningen en de boerenbedrijven, gelegen op de Dijk bij Nieuweschans een contract aan met Anthony de Huybert, Heer van Cruiningen en Hinckelnoort te Zierikzee (!), om de kweldergronden in te dijken. Anthony van Huybert kreeg voor zijn deelname de verworven landerijen voor 60 jaar in erfpacht voor 9 gulden per ha. Hij ging vervolgens na het tot stand komen van de polder in 1696 over tot verpachting in zes delen.
De nieuwe pachters in deze polder bouwden zelf een boerenbehuizing op het gepacht land.
De weg van de Stadspolder door de Kroonpolder naar Drieborg werd in 1841 aangelegd. Op de oude dijk (de Middeldijk) van 1696 werd bij de dijkdoorgang in 1859 door O.J. Possel een korenmolen en woning gebouwd. Vanaf 1905 is de molen en woning in bezit van de Molenaar Jan Udema. De stellingmolen en woning zijn op 17 april 1945 bij beschietingen doo Poolse troepen verloren gegaan en niet herbouwd worden. In 1946 koopt de zoon Willem Hendrik Udema de molen van Ganzedijk en zet daar het bedrijf voort.
Op de voorgrond de boerderij "Jan Derks Heerd", genoemd naar de pachter van destijds (1758-1795) Jan Derks uit Nieuw Beerta . De schuur dateert van 1759 en het voorgebouw van na 1890.
Ten oosten van de boerderij hiervoor genoemd staat de boerderij van Waalken. De oude boerenbehuizing met schuur dateerde van 1853.In 1907 brandde de schuur door broei af en werd in 1908 herbouwd en vergroot tot een dubbele schuur. In 1937 werd ook het voorgebouw afgebroken en gemoderniseerd. Ook hier sloeg in 1945 het onheil van de laatste oorlogsdagen toe en ging de gehele boerderij (zie foto) in vlammen op. In 1947 werd op deze plek nieuwbouw gepleegd.
Geheel in het westen grenst de Kroonpolder aan Kostverloren. Hier vinden we Oudedijk. Dit deel van de Kroonpolder wordt ook wel , volgens de ansichtkaart, "Kroonpolder II" genoemd en valt buiten de eerste zes percelen van de Kroonpolder. Hier stond tot aan de brand van 1930 de boerderij van Luppo Tonko Tonkes (zie op de foto). De nieuwbouw van 1930 heet "Huize Oude Dijk".
Ook deze boerderij behoort niet tot de "stadsboerderijen". Voor de inpoldering van de kwelders bezat deze boerderij al zogenaamde inlanden onder Nieuw-Beerta en werd door het recht van aanwas aanzienlijk vergroot met delen in de Kroonpolder. Het oorspronkelijk gebouw dateerde van 1757, maar werd in 1865-1866 geheel vervangen door de panden op de foto. Tenslotte is in 1946 het woongedeelte verbouwd vanwege oorlogsschade.
Ten noorden van Nieuweschans op de grens van de Kroonpolder met de Stadspolder, tegen de Duitse grens aan, ligt het buurtschap Oude Statenzijl.
De sluis Oude Statenzijl (1707) in de Westerwoldse Aa is de voorloper van de onder de Reiderwolderpolder beschreven Nieuwe Statenzijl.
Op de foto hierboven is Oude Statenzijl te zien. Bij de sluis licht het schip Concordia van de familie Jansen. Het schip is in 1926 gebouwd in opdracht van Jan Jansen gebouwd bij Scheepswerf Wolthuis in Veendam. Jan Jansen heeft hiermee gevaren tot 1930, daarna werd hij sluiswachter op Oude Statenzijl.
De oude sluiswachterswoning van Oude Statenzijl. Vanaf 1930 was deze woning in gebruik bij de familie Jan Jansen en Stientje Tuitjer. Ze hadden hier ook een winkel in levensmiddelen en scheepsbenodigdheden. De woning is in de oorlog in brand geschoten en volledig verwoest. De familie Jansen was aangewezen op een noodwoning. In 1948 zijn zij verhuisd naar Vriescheloo.
Zijn zoon Kornelius (Kees) Jansen is in 1948 als sluiswachter in dit boerderijtje gaan wonen, samen met zijn vrouw Aaltje Tuin en hun vijf kinderen, in afwachting op het klaarkomen van de nieuwbouwwoning. In de nieuwe woning heeft de familie Kees Jansen tot 1957 gewoond.
Vanaf 1957 is het boerderijtje in gebruik geweest bij de familie Menzo Delger.
In de winter is het er open en wijds. De wegen zijn soms moeilijk begaanbaar, zoals hier bij sneeuw. Je voelt je er ver terug in de tijd. Alleen en slechts bereikbaar via een karrespoor.
Koos Nanninga heeft dezelfde afbeelding geschilderd.
Bij Oude Statenzijl ligt tegenwoordig een gasoverslagtstation van de Gasunie.
De stadspolder ligt ten noorden van de Kroonpolder en werd na de aanleg in 1740 ook wel Stads-nieuwe-polder genoemd, omdat de Kroonpolder voorheen de Stadspolder was en hierna tijdelijk (voor de naamswijziging) Stads-oude-polder werd genoemd. De polder lag vóór 1868 deels in de gemeenten Finsterwolde en Beerta.
Bij de gemeentegrenswijziging van 22-11-1867 is de polder geheel toegewezen aan (destijds) de gemeente Beerta.
De polder was tot en met 1743 in eigen beheer van de Stad Groningen. Na enkele mislukte oogsten werd de polder verdeeld in 8 beklemde meiers. Alle pachters werden ook hier verplicht zelf te zorgen woor woon- en bedrijfsruimtes. Het lag oorspronkelijk ook in de bedoeling om in deze polder, op de plek van de huidige Dollardhoeve, een begraafplaats van 5 ha. aan te leggen, maar dit is nimmer uitgevoerd. Er is wel een school geweest (sowieso in 1783). Wanneer de school is gesticht en gestopt is mij niet bekend.
Centraal in de RW-polder (2e afdeling) aan de afslag naar de Stadspolder lag het kantoorgebouw van de gemeente Groningen.
Volgens overlevering zou op deze plaats bij de indijking van RW-polder 2e-afdeling een keet hebben gestaan, die na de inpolderingswerkzaamheden bewoond zou zijn gebleven. De keet zou langzamerhand zijn omgebouwd tot boerderijtje/annex café. In 1918 nam de stad Groningen nagenoeg alle landerijen in eigen exlpoitatie. Voor de administratie kocht zij dit boerderijtje en (ver-)bouwde het in 1921 uit tot kantoorgebouw. In 1953/1954 volgde nogmaals een verbouwing, waarbij de kantoorruimte werd vergroot en de bewoning gemoderniseerd.
Deze boerderij van Joling lag vóór 1868 in de gemeente Finsterwolde en daarna in Beerta. Het gebouw op de foto dateert van 1921. Het vorige gebouw is op 4-8-1921 door brand verwoest. Bij het dorsen sloegen vonken van de locomobiel van de dorsmachine over naar de strodokken in het dak van de boerderij en het geheel brandde af.
De route gaat verder naar Kostverloren.