Blauwe stad


Hail vrouger gung mien opa,

Mit schuppe op zien nek

Noar t Carel Coenraatpolder

En gainaine von dat gek.


Doar zwougde hai in t vette klaai

De Dollard dij mus dreug

Der was verlet um vruchtboar laand

En elk von dat ain deugt.


De boern hadden der loater

Ain hail arg goud bestoan

Mien opa waarkte dou veur heus

En gainaine von dat roar.


Nou lees ik in de kraante

Der komt n Blauwe stad

Het wotter mout weerum op t laand

En dat is, wat ik nait snap.

(Alberta T van Dijk Imminga - juli 1999)

 

 

 

"Blauwestad"

Wat moeten wij met Blauwestad

De bouw ligt bijna op zijn gat.

Ja mensen het is ongehoord,

Blauwestad wordt  de grond ingeboord.

Waar heeft de stad dit aan te danken

Aan slechte bestuurders  die altijd  janken.

 Ook de omgeving werkt niet mee

Zeggen op heel veel zaken nee nee nee

Er mag geen grote Camping komen.

Op het strand mag geen pilsje worden meegenomen.

Als we doorgaan met dit beleid

Wordt Blauwestad verleden tijd.

Ik zou zo zeggen mensen niet langer zeuren,

Hier moet echt wat gebeuren.

Laat Blauwe stad niet vallen

Doe er wat aan met zijn allen.

 

(auteur onbekend)